header background image
 

Dat niet iedereen zijn fruit uit een hoogstamboomgaard kan betrekken is meer dan begrijpelijk. Ook de fruittuin en het kleinfruit bieden heel wat mogelijkheden. Hierin mogen zeker niet de rode aalbessen ontbreken. Het is een fruitsoort die we zonder al te veel moeilijkheden en zonder toepassing van pesticiden kunnen telen.

De friszure besjes zijn heerlijk in verse fruitsalades of kunnen gebruikt worden voor de bereiding van confituur, gelei of vruchtensappen. Om een goede spreiding in het oogstseizoen te bekomen, hebben we de keuze uit een heel aantal cultuurvariëteiten, waarvan we hier de meest geplante soorten kort bespreken.

Vroeg rijpende variëteiten
Jonkheer van TetsJonkheer van Tets: deze soort is de vroegst rijpende variëteit in ons assortiment. De productie is goed, de kwaliteit van de bessen is goed (tamelijk groot) en de trossen worden voldoende lang, indien de jaarlijkse voorjaarssnoei van de zijtakken voldoende kort gebeurt. Jonkheer van Tets heeft een vrij grote koudebehoefte en zal bij de teelt in serres zeer onregelmatig uitlopen in ’t voorjaar, indien de serre in de winterperiode te weinig koude-uren ontvangt. Wanneer tijdens de (vroege) bloeiperiode de luchtvochtigheid te hoog is (vooral bij teelt onder bescherming) of bij slecht weer, dan is de rui van de besjes onderaan de trossen erg fel, zodat we dikwijls slechts halve trossen kunnen oogsten. Regen tijdens de rijpingsperiode laat de vruchten vrij snel barsten. Jonkheer van Tets is tamelijk gevoelig voor de schimmel Nectria cinnabarina (vuur), die de stengels aantast en rode puntjes (sporenkussentjes) vormt op het hout.

Junifer: de rijping van Junifer valt gelijk of net na deze van Jonkheer van Tets, maar de bloeiperiode valt zelfs nog iets vroeger. Omdat deze soort minder koudebehoefte heeft, is ze uitermate geschikt voor de teelt onder bescherming. Ze heeft tevens minder last van vruchtrui. De stevige bessen worden matig dik, blijven mooi helder rood en hangen aan lange trossen. De productiviteit is goed, mede door de vorming van veel zijhout dat goed vruchtbaar is.

Middentijds rijpende variëteiten
Rolan: dit sterk groeiend ras met opgaande takken en kort vruchthout bloeit laat en rijpt middentijds. Rolan geeft een grote productiezekerheid en draagt grote lichtrode bessen aan lange trossen, die gekenmerkt worden door een vrij dikke trossteel. Door de licht rode kleur van de bessen zijn ze voor industriële verwerking iets minder gewaardeerd, maar voor de particuliere tuin is deze soort zeker aan te bevelen, want de smaak is goed (tamelijk zuur) en de bessen zijn stevig en slechts matig gevoelig voor barsten door de regen. De planten hebben weinig last van schimmelziektes, zoals bladvlekkenziekte; ze hebben wel relatief veel koude nodig om uit de winterrust te komen.

Stanza: op productiviteit scoort deze variëteit zeer hoog. De struiken komen snel in productie en het overvloedige, tamelijk kort vruchthout moet vrij snel uitgedund en verjongd worden om de besgrootte op peil te houden. Door deze hoge productiviteit gaat de groeikracht snel achteruit. We raden daarom aan Stanza enkel aan te planten op rijke, groeikrachtige gronden en de planten goed te verzorgen wat betreft snoei, bemesting en watervoorziening. De bloei komt middentijds tot laat en de rijping valt middentijds. Matig dikke bessen rijpen aan matig lange trossen en krijgen een vrij donkere vruchtkleur, wat de variëteit tevens goed geschikt maakt voor industriële verwerking tot sap. De smaak is matig goed (iets te weinig aroma, matig zuur) en de bessen
zijn tamelijk regengevoelig. De gebarsten en rotte bessen vallen wel makkelijk af wanneer men aan de trossen schudt.

Rotet: Rotet groeit fors en moet met wat selectieve zomersnoei en het openbuigen van de takken wat in groeikracht getemperd worden om de productiviteit te bevorderen. Het vruchthout wordt in tegenstelling met de sterke gesteltakken eerder slap en breekt makkelijk uit. Het vruchthout moeten we kort insnoeien, met een eerste snoei reeds in de zomer achter het vijfde blad, zodat het vruchthout verstevigt en de bloembotten versterken. Rotet bloeit vroeg en rijpt tamelijk laat. De glanzend rode vruchten hangen aan lange trossen, niet te compact en weinig gevoelig voor rui. De stevige bessen kunnen voor alle doeleinden van verse consumptie of verwerking gebruikt worden; ze zijn weinig regengevoelig en blijven in de koeling nog lang vers. Verdroogde of
rotte besjes kunnen makkelijk uit de tros geschud worden. De struiken zijn tamelijk robuust tegen de meeste schimmelziektes, al kunnen ze onder sommige omstandigheden wel aangetast worden door de bladvalziekte.

Laat rijpende variëteiten
Rosetta: de productiviteit is zeer goed, de groei matig sterk (minder geschikt voor arme gronden) en het vruchthout breed uitstaand. Rosetta bloeit laat en rijpt tamelijk laat tot laat. Ze produceert zeer lange trossen met grote, lichtrode bessen. De bessen zijn tamelijk stevig met een matige, zure smaak en erg barstgevoelig onder regenachtige omstandigheden. De struiken floreren het best in kalirijke gronden.

Rondom: deze variëteit werd reeds in 1949 en waarschijnlijk door de veelvuldige vegetatieve vermeerdering komen er dikwijls onproductieve, afwijkende planten voor met afwijkende bladeren (brandnetelblad of grofbladigheid, mogelijk door een genetische instabiliteit?). De selectie Rondom J heeft minder last van afwijkende planten, bloeit en rijpt later dan de oorspronkelijke variëteit Rondom, die middentijds bloeit en laat rijpt. Rondom is een productief ras, weinig vatbaar voor schimmelinfecties, groeit sterk, maar vormt wat moeilijk nieuwe grondscheuten onderin de struiken, zodat verjonging niet makkelijk is. De trossen zijn matig lang, dragen matig dikke bessen en hangen veelal zeer kort op mekaar. Sterk uitdunnende en prikkelende snoei is nodig om het vruchthout wat te verruimen. De bessen zijn stevig met een vlezige schil en een matige smaak. De sapkleur is onvoldoende voor de industriële sapverwerking. Rondom heeft een grote koudebehoefte; daarom minder geschikt voor de teelt onder bescherming, maar is wel goed voor oogstverlating onder regenkappen.

Rovada

Rovada: dit laat bloeiend en laat rijpend ras produceert goed en vormt makkelijk goed gevulde trossen met zeer grote, glanzende bessen aan lange trossen met een dikke, lange steel. De groei is matig tot sterk, de takken zijn stevig en het vruchthout staat op voldoende afstand verspreid langs de gesteltakken. De bessen zijn stevig en door hun goed aroma zeer goed geschikt voor verse consumptie en voor verwerking. De productie is goed en kan lang op de struiken blijven hangen indien ze beschermd wordt tegen de regen, want de bessen barsten vrij makkelijk tijdens regenrijke periodes. Omwille van de tros- en beskwaliteit vormt Rovada het hoofdras in de moderne rode bessenteelt. 

Roodneus: de hekkensluiter in de rij van de late rijptijd is Roodneus. Deze variëteit kenmerkt zich door de goede productie van lange, mooi gevulde trossen met tamelijk dikke, glanzende, donkerrode bessen en een zeer sterke groei met breed uitstaand vruchthout. De bessen zijn stevig, zuur en vlezig; ze zijn weinig regengevoelig en kunnen lang aan de struiken blijven hangen. De planten lijken vrij tolerant tegen de meeste schimmelinfecties.